De Wilde Stad schetst een beeld van de stad vanuit een totaal nieuw perspectief: dat van de onopgemerkte inwoners, de vele wilde dieren en planten. In het kielzog van ’s werelds meest succesvolle diersoort, de mens, hebben veel dieren en planten hun leefgebied naar de stad uitgebreid. Zij profiteren op creatieve wijze van menselijke activiteiten en voorzieningen.
Bergketens van glas en beton, industriële savannes, kilometers rioolbuizen. Voor een groot aantal wilde dieren, bomen en planten zijn onze straten, tunnels, waterwegen en gebouwen van baksteen net zo geschikt en aantrekkelijke als een oerbos of nieuwe wildernis. De stad verdringt of vervangt niet de natuur, het is natuur. De forenzende patatmeeuw en de vinexvos zijn net zo wild en bijzonder als de zeehond en de panda.